Het Geluid Van Het Oneindige
Interview met DJ Inphiknight
Gewapend met een laptop, iPod, crossfader en een immense muziekverzameling draaide
DJ Inphiknight (aka Thomas Teun Meijer) zijn eerste DJ-sets in een Amsterdamse smartshop, voor een trippend publiek. Nu is hij een van de meest eigenzinnige en productieve DJ’s in de Ecstatic Dance scene, met een woest eclectische stijl. Hij draait donderdag 13 november bij Ecstatic Dance Culemborg.
Door Daniël Bertina
Hoe heb jij Ecstatic Dance ontdekt?
Mijn eerste kennismaking met Ecstatic Dance heb ik te danken aan Kareem Raïhani, de O.G. van de Ecstatic Dance in Nederland. Dat was in de begindagen van Club Lite. In die tijd draaide ik elk weekend in smartshop Kokopelli – dat waren urenlange, atmosferische ambient sets, voor de mensen die daar lagen te trippen. Kareem kwam daar wel eens over de vloer, en hij heeft me toen op de gastenlijst gezet. Ik ben een paar keer wezen dansen, maar het was toch niet helemaal mijn ding. Ik vond de muziek té veilig, en daardoor greep het me niet. Dat is pas later gekomen toen ik zelf Ecstatic Dance ging draaien.
Ik heb weinig gêne, dus ik vond het dansen zélf niet zo’n probleem. Maar ik ben meer een denker dan een danser. Sommige mensen zijn danser pur sang, die kunnen op alle klanken bewegen – ook al is de muziek afgrijselijk. Maar zo werkt het niet bij mij. Ik ben een grote muzieknerd met een uitgesproken smaak, dus als de muziek mij niet trekt, dan vind ik het moeilijk om uit mijn hoofd en in mijn lijf te komen. Ik ben vooral een luisteraar – mijn lichaam komt pas in beweging als ik helemaal begeesterd raak. In het wereldje sta ik nu ook een beetje bekend als een experimentele Ecstatic Dance DJ, met nogal buitenissigere muziekkeuzes die een beetje haaks staan op de gangbare trends – zo haat ik Psytrance, dat noem ik saaitrance. Als het té voorspelbaar wordt, dan haak ik af. Daarom hou ik van Ecstatic sets die muzikaal verrassend zijn. De muziek moet mij dragen en uitdagen.
Hoe ben je begonnen als DJ?
Ik had totaal geen ambitie op dat vlak, maar ik was wel een fanatieke verzamelaar van muziek. Op m’n dertiende sleepte mijn oudere broer mij al mee naar festivals, en ik verslond de muziekvideo’s op MTV. Het illegale downloaden was toen ook in opkomst, dus al gauw zat ik op m’n kamertje het internet leeg te trekken. Het werd een obsessie, ik was koortsachtig op zoek naar nieuwe bijzondere muziek. Een vriend die bij de Kokopelli werkte, vond dat ik altijd met coole muziektips kwam aanzetten. Toen ben ik daar begonnen met plaatjes draaien. Gewapend met mijn laptop, een iPod, een crossfader en mijn muziekcollectie stond ik daar al snel vier uur achter elkaar te draaien.
Wanneer maakte je de stap maar Ecstatic Dance?
Na de eerste kennismaking in Club Lite heb ik Ecstatic Dance een paar jaar geparkeerd. Ik ging veel spelen op Ruigoord en werd daar één van de resident DJ’s. Met ons kunstcollectief maakten we hele grote happenings en installaties met acteurs, waarin ik zelf ook als performer meedeed. Echt waanzinnige totaalkunst. Dat werd een soort minifestival, binnen het grotere festival Landjuweel, waar ik kon draaien voor hele grote groepen mensen. Dat waren eigenlijk al een soort Ecstatic Dance sets, qua opbouw. Ergens in 2017, werd ik in dezelfde week benaderd door Edwin Wiesehahn van Odessa Amsterdam én DJ Shanto van Ecstatic Dance Amsterdam – of ik op beide plekken wilde komen draaien. Dat vond ik wel een mooie uitdaging. The rest is history.
Hoe bouw jij je sets?
Ik bereid mijn sets ontzettend goed voor, waarbij elk optreden volkomen uniek is. Om een voorbeeld te geven, in augustus had ik veertien optredens en heb ik geen enkel nummer twee keer gedraaid. In totaal heb ik in die maand 560 verschillende nummers gebruikt. Elke set was van A tot Z doordacht, en had een totaal eigen smaak. Van heel zoet en zwoel, tot zeer abstract en spijkerhard. Elke keer was het een andere reis. Als je de tijd neemt om je set goed voor te bereiden, kan je een laagje dieper graven in oude vergeten collecties. Dan stuit je soms op nummers, die je onder de tijdsdruk van een geïmproviseerde set nooit zou hebben teruggevonden.
Ik ben niet zo van de mixtrucjes, het is belangrijker dat de muziek gewoon heel goed bij elkaar klopt. Dat de nummers elkaar als vanzelfsprekend uitnodigen, om zich met elkaar te vermengen. Terwijl het nog steeds heel eclectisch is. Het geraamte van mijn set vormen een paar hele verse tracks, nieuwe vondsten die ik heb ontdekt. En daar ga ik vriendjes bij zoeken – nummers die ernaar toe werken, of er vandaan bewegen. Dat kunnen soms hele rustige tracks zijn: ambient, modern klassiek of jazz, maar ook een snoeiharde acid banger of een gestoorde drum ‘n bassplaat. In al dat graaf- en puzzelwerk komen soms ook weer oude platen bovendrijven, die ik al tien jaar niet meer heb gedraaid. Zo zorg ik dat die nieuwe nummers tot volle bloei kunnen komen.
Wat trekt je nú in Ecstatic Dance?
Het mooie van Ecstatic Dance vind ik, dat je begint en eindigt in stilte. Er komt geen andere DJ vóór, of na mij. Dus ik zie het als mijn taak om, vanuit dat niets, de mensen aan het dansen te brengen door muziek die ze nog nooit hebben gehoord. Het is te gek om mensen een heel nieuw sonisch palet aan te bieden, en misschien een gevoel op te wekken waarvan ze misschien niet wisten dat het in hun leefde. Juist bij Ecstatic Dance geloof ik heel erg in een DJ die lekker excentriek, eigenzinnig, helemaal zijn eigen energie neerzet. Ik durf veel experimenteler te zijn als ik me goed voorbereid. Omdat ik dan weet dat ik ergens naartoe ga, en dat ik weet dat de muziek een antwoord heeft. Soms zijn mijn keuzes wat uitdagend, maar je kunt niet iedereen pleasen. Dat is ook het mooie aan zo’n dansavontuur.
Ecstatic Dance heeft iets meditatiefs, hoe is dat voor jou?
Naast DJ ben ik dichter, fotograaf en filosoof, gespecialiseerd in de mystieke scholen van de wijsbegeerte. Wat ik het mooie vind aan Ecstatic Dance is dat het een nonsemantische, nontalige ruimte is, waarbinnen toch een diepe vorm van bezinning kan plaatsvinden. Juist door de muziek. In de New Age sector is er, naar mijn smaak, een té hoog bullshitgehalte. Er worden vaak hele opgeblazen woorden gegeven aan bijzondere, persoonlijke ervaringen. Dan krijgt zoiets al snel een potsierlijk karakter. Ik vind het al snel tenenkrommend als ik iemand een vrome preek hoor geven, maar dat gevoel heb ik totaal niet al ik naar een koorstuk van Hildegard van Bingen of Avro Pärt luister. Met pure muziek heb je dat probleem niet, de muzikale energie komt dan direct binnen. Ik denk dat in een tijd, waarin we allemaal doomscrollen op onze telefoons en veel teveel blabla horen, het heel krachtig kan zijn, om je in een nonverbale ruimte te laten raken door de toonaarden van bijzondere muziek. Die ruimte biedt Ecstatic Dance. We spreken met elkaar af om niet te praten, en niet de makkelijke uitweg te nemen, maar om juist te voelen. Met de muziek als focus ontstaat een vrije ruimte, waarin alles mag opkomen. Dat vind ik heel waardevol.
Hoe ben je gekomen op je artiestennaam (die niemand meteen kan uitspreken)?
Ik ben een ontzettende psychonaut. Ik heb vele nachten superhigh doorgebracht, terwijl ik gedichten schreef en nadacht over mijn intenties. Tijdens mijn studie filosofie werd ik gegrepen door het werk van Leibniz. Daarin ging het over recursiviteit en oneindigheid. Tegelijkertijd was ik ook erg geïntrigeerd door fractale meetkunde en de Gulden Snede – hoe het geheel terug te zien is in de delen, en andersom. Zoals de dichter William Blake schreef: “To see a world in a grain of sand. And a heaven in a wild flower. Hold infinity in the palm of your hand. And eternity in an hour.”
Die metafysica heb ik altijd heel boeiend gevonden, en ik verwerk deze in mijn gedichten, filosofische werk en DJ-sets. Op een gegeven moment kwam de naam Inphiknight bovendrijven. Dat klinkt als “infinite” (oneindig), maar als je Infinite als artiestennaam neemt, dan ben je kansloos op Google door oneindig veel irrelevante hits. Daarom heb ik er een soort neologisme van gemaakt. Dus werd het In-Phi-Knight, letterlijk: Ridder in de Orde van de Gulden Snede (Phi). Die naam staat voor oneindigheid. Dat ik mezelf niet laat beperken door stijlen en genres, of wat je “hoort” te draaien als DJ. Daar heb ik schijt aan. Als Inphiknight heb ik als taak om al die zeer uiteenlopende, hypereclectische muzieksoorten bij elkaar te brengen. En om daarmee iets van het oneindige te laten horen. In de hoop dat het mensen samenbrengt, in aandacht en bewustzijn.
DJ Inphiknight draait 13 november bij Ecstatic Dance Culemborg in De Gelderlandfabriek.
Check zijn website www.thomasteunmeijer.nl
